In gesprek met Henk de Graaf (dl 3)
Door Kees Vos
In de laatste aflevering van het interview met Henk de Graaf vertelt hij onder meer over zijn kamermuziekactiviteiten, zijn soloconcerten met orkest, de verschillende klarinetscholen, het lesgeven en zijn klarinetten.
Wat waren je hoogtepunten in de kamermuziek?
Een groot project was de opname met de serenades en divertimenti van Mozart voor Briljant Classics, uitgevoerd door leden van Het Rotterdams Philharmonisch Orkest voor Kruidvat. Het was een project dat een heel jaar duurde en waar we goede reacties op kregen. Een project zoals dit doe je maar een keer. Verdere hoogtepunten waren de klarinetkwintetten van Mozart, Weber, Brahms en Reger, uitgevoerd op mooie locaties en soms ook rechtstreeks voor de radio uitgezonden, maar natuurlijk ook de samenwerking met Daniel Wayenberg; we spelen nog steeds veel samen en hebben in het verleden verschillende cd’s gemaakt.
Vertel eens iets over je soloconcerten met orkest.
Met Simon Rattle heb ik diverse keren Bernsteins Prelude Fugue and Riffs gespeeld. Een fantastisch werk voor jazzorkest. Ook met Jan Stulen heb ik dat werk gespeeld tijdens een ‘wensconcert’, waar bij de mensen via een enquête zelf stukken uit mochten zoeken. Verder heb ik met Edo de Waart een solowerk van Lindpainter gespeeld in Amerika en hetzelfde stuk met de Duitse dirigent Ferdinand Leitner. Met David Zinman speelde ik de Concertante Symfonie van Mozart tijdens een tournee naar Engeland. Met Hartmut Haenchen heb ik het concert voor klarinet en altviool van Bruch opus 88 gespeeld. Met Heinz Friessen Webers eerste klarinetconcert. Met Eri Klas speelde ik een Konzertstück van Mendelssohn samen met Jan Jansen op bassethoorn. Met John Dankworth, een Engelse dirigent die actief is op het gebied van de lichte muziek, speelde ik allerlei lichte muziek solo’s en onder Rogier van Otterloo speelde ik in diverse jazzformaties.
Is het mogelijk om als klarinettist een solocarrière te beginnen?
Het kan wel, maar op een bepaald moment houdt het op, er is geen uitgebreid repertoire van bijvoorbeeld veertig stukken waar je mee voor de dag kunt komen. Bij ons zijn dat de bekende concerten van Mozart, Spohr, Weber, Crusell en Copland en dan ben je er wel. Daar kun je natuurlijk de hele wereld mee doortrekken, maar ik denk dat je dan toch genoodzaakt bent om kamermuziek erbij te nemen.
Welk orkestrepertoire spreekt jou het meest aan?
Het ijzeren repertoire zoals Tschaikovsky, Rachmaninov, Brahms, Beethoven, Mozart, Bruckner, Debussy maar ook Stravinsky, Schönberg, Berg en Tristan Keuris. Ik heb met het orkest veel goede moderne stukken in de zogenaamde Z-serie gespeeld, maar er waren ook stukken bij waarvan je dacht: moet dat nou? Composities die alleen uit effecten bestaan zijn prima, maar om dat uitsluitend te doen is niet bevredigend.
Welke stijl past bij jou: de Franse, Engelse of Duitse school?
Ik ben mijn hele loopbaan bezig geweest met een stijl van spelen waar ik niet zoveel van afgeweken ben: de Duitse stijl, dat bekoort me toch het meest. De Engelse is ook wel mooi, maar om altijd vibrato te gebruiken, nee dat verveelt gauw. In het orkest speelden we wel eens lichte muziek en dan vind ik het mooi om vibrato te gebruiken.
In de klassieke stukken doet dat een beetje afbreuk aan het klankidioom zoals ik me dat voorstel.
Je hebt altijd in Rotterdam gespeeld, heb je ook wel eens aan het Concertgebouw Orkest gedacht?
Ja, maar het orkest waar ik in zat werd ook steeds beter, we hebben onder grote dirigenten gespeeld, we hebben een erg mooie zaal en we maken ook tournees. Dan kom je op een bepaald moment tot de conclusie dat je in je orkest wilt blijven.
Speelde je ook wel eens bij andere orkesten?
In mijn jonge jaren deed ik dat regelmatig als ik een keer vrij was en gebeld werd omdat er een collega ziek was, zoals in bijvoorbeeld het Residentie Orkest en het Radio Filharmonisch Orkest. Tien jaar geleden heb ik een periode in Les Solistes Europeens, Luxembourg als solo-klarinettist gespeeld. Sinds ik uit Rotterdam weg ben, heb ik weer tijd over en speel ik in verschillende orkesten zoals the Amsterdams Symphony Orchestra en The Opera Philharmonic. Ik kan het nu wat rustiger aan doen en zelf kiezen of een aanbod me op dat moment uitkomt.
Vertel eens wat over het lesgeven.
Dat heb ik vijfentwintig jaar gedaan op twee verschillende instituten: Het Rotterdams Conservatorium (tegenwoordig Codarts, KV) en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ik vond dat naast mijn orkestbaan heel inspirerend om te doen.
Ik had veel goede leerlingen. Jan Jansen was een van mijn eerste leerlingen maar tevens ook mijn beste leerling. Als zeer getalenteerde leerling zat hij op de MAVO voor muziek en ballet in Rotterdam, waar ik lesgaf. Hij had daar al veel spirit, echt zoals het moet. Ik bewaar goede herinneringen aan mijn leerlingen waaronder Hans Niese, Hans Hest, Titus Koster, Kees Vos, Marten Hemminga, Richard Brocken, Oscar Trompé, Ingmar Wassenaar, Reinier van der Wal, Ad van Duinhoven, Paul Ensink, Rob Streevelaar, Kees van Eerd, Peter de Vetten, Harry Dijkstra, Jaap Schoneveld en Christof Czyisch. Velen van hen hebben een baan in de Nederlandse militaire orkesten of hebben een lespraktijk aan een muziekschool. Ik deed het lesgeven ongeveer op dezelfde manier als Jos d’Hondt, door leerlingen mee te laten spelen in het orkest als daar mogelijkheden toe waren.
Zijn er onder de klarinettisten mensen waar jij grote waardering voor hebt?
Ik denk dan aan George Pieterson. Ik heb heel veel van zijn muzikaliteit geleerd, de manier waarop hij het orkestrepertoire speelt. Ik zat naast hem in het Rotterdams Philharmonisch Orkest tussen 1970 en 1976 toen ik tweede klarinet speelde. Ik heb bewondering voor zijn opvatting, zijn manier van spelen. Ik herinner me het Concert voor Orkest van Bartók. Hij had daar altijd een bepaalde manier van ademen en uitspelen: die mooie grote lijnen in het eerste deel. Dan denk je: het moet eigenlijk maar op één manier en dat is op die manier. Daar heb ik veel van geleerd.
En buiten Nederland?
In de jazzmuziek vind ik Eddie Daniels erg goed. James Campbell is ook een topper. Karl Leister vind ik een erg goede klarinettist, dat was altijd een voorbeeld voor mij en natuurlijk Sabine Meyer. Onder de wat oudere generatie: Jack Brymer, Bram de Wilde en Harold Wright, ik weer met of je die kent? Je kunt hem vergelijken met Bram de Wilde. Hij was soloklarinettist in Boston.
Je bent altijd trouw geweest aan Wurlitzer maar op welk merk ben je vroeger begonnen?
Op de muziekschool en nog tijdens het conservatorium speelde ik op een symfonie XX van Boosey and Hawkes. Ik vond dat een mooi instrument. In 1971 heb ik een Herbert Wurlitzer set gekocht en tien jaar later weer een nieuwe set Wurlitzers. Op deze laatste set blaas ik nu nog steeds.
En mondstukken, koop je regelmatig een nieuwe?
Daar doe ik heel lang mee, maar al met al heb ik er toch nog aardig wat versleten. Na verloop van tijd zijn ze op, het geluid wordt dan wat scherper. Ik heb twee mondstukken bij Bas de Jong gekocht: een R-N1 en degene waar ik nu al weer jaren op speel, de R-N1+2. Ze lijken erg veel op elkaar, maar als ik met hetzelfde riet een vergelijking ga maken, is dat ene mondstuk waar ik altijd op blaas toch opener.
Heb je het gevoel dat jouw Wurlitzers gemakkelijk spelen?
Ja. Wel heb ik ze twee keer in die vijfentwintig jaar naar tevredenheid laten reviseren door Koos van Nieuwkasteele. Dat zou ik eigenlijk wat regelmatiger moeten laten doen, maar ik ben iemand die dat pas laat doen wanneer het echt nodig is.
Laat je wel eens wat olie intrekken in het hout?
In het begin wel, als ze nieuw zijn, maar later niet. Het zou misschien wel moeten.
Je vertrouwt op de bedrijfszekerheid?
Ja, ik speel deze week een paar concerten met The Amsterdam Symphony Orchestra, dan ga ik mijn klarinetten echt niet thuis van tevoren uit de kast halen om ze te proberen.
Alfred Bürkner, soloklarinettist bij de Berliner Philharmoniker speelde vanaf 1930 tot 1971 op dezelfde originele set Oskar Oehler klarinetten. Meer dan veertig jaar lang werden deze klarinetten dag in dag uit op top niveau gebruikt. Bürkner was de directe voorganger van Karl Leister bij de Berliner Philharmoniker.
Het kan dus wel, zolang op dezelfde instrumenten. In de meeste beroepsorkesten, met uitzondering van Brabant en Limburg, blaast men in Nederland op Wurlitzer.
Toch begint er met Leitner en Kraus nu langzaam beweging in te komen.
Fluitisten zijn meer op zoek naar het ultieme instrument en kopen regelmatig een nieuwe. Enthousiast vertellen ze dan: “Ik heb nu toch weer een fantastisch instrument gevonden!” Dat heb je bij klarinettisten veel minder, wij zijn merkvaster maar zijn wel altijd bezig met rieten en mondstuk.
Je hebt ook een tijd in het Nederlands Blazersensemble gespeeld.
Ja, dat heb ik een aantal jaren gedaan. Onder leiding van Edo de Waart hebben we ’s nachts gerepeteerd en onder andere nachtconcerten gegeven in Theater Carré te Amsterdam en in De Doelen te Rotterdam. We maakten eveneens opnaÂmen voor Philips Classics van de grote Richard Strauss serenades. Tegenwoordig gaat het Nederlands Blazers Ensemble op de moderne toer. Het zijn nu weer de jongere mensen die er in zitten. In mijn tijd hadden we een leuke club met onder andere Paul Verhey, Jo Hagen, Werner Herbers, Carlo Ravelli, George Pieterson, Hans Mossel, Hens Otter en Geert van Keulen. We deden het allemaal naast onze orkestbaan. In je jonge jaren doe je heel veel. Ik moet er nu niet meer aan denken om ’s nachts te repeteren en dan de volgende dag om tien uur weer op het podium te zitten voor de orkestrepetitie.
Waar gaat je voorkeur naar uit: de lagere of de hogere klarinetten?
Ik vind ze allemaal mooi, maar om zelf te spelen? Bassethoorn zou ik in noodgeval wel doen, maar dat laat ik graag aan de specialisten over. Basklarinet vind ik ook mooi, maar ik heb liever dat Romke-Jan Wijmenga dat doet. Hoge klarinetten speel ik wel graag en ik heb dat ook veel gedaan. Verschillende jaren heb ik esklarinet in het orkest gespeeld, vandaar dat ik nu ook alle Molter concerten in oktober 2006 voor Brilliant Classics heb mogen opnemen. Deze concerten zijn geschreven voor D-klarinet. De klank daarvan komt iets meer overeen met de gewone klarinet als je het vergelijkt met de esklarinet, al scheelt het maar een halve toon.
Je bent de enige Nederlandse klarinettist die zoveel cd’s – meer dan twintig – opgenomen heeft.
Daar ben ik dan ook erg trots op. Een aantal hiervan werden in De Telegraaf uitverkoren tot cd van de week, zoals Mozart klarinetconcert, de Virtuose Clarinet met werken van Weber, Crusell en Spohr en kwartetten van Rossini. De nieuwe Molter cd is de drieëntwintigste cd. Nog trotser ben ik op zes dvd’s die binnenkort gaan komen. De opnamen zijn destijds op verschillende prachtige locaties gemaakt voor het televisieprogramma Middernacht Klassiek en destijds ook uitgezonden. De banden bestonden allemaal nog. Er zit onder andere het Klarinetconcert en de Symfonie Concertante van Mozart bij, opgenomen in de Grote Kerk van Vollenhove met het Amadeus Ensemble Rotterdam onder leiding van Marien van Staalen. De dvd’s worden uitgebracht door een maatschappij in Duitsland die een grote distributie heeft. Het is heel waardevol en leuk om te doen, je maakt een product dat niet iedereen maakt.
Heb je nog plannen een nieuwe dvd op te nemen?
Ik wil ooit nog het klarinetkwintet van Brahms op cd of dvd zetten. Beeld bij de muziek geeft toch een extra dimensie. Ik heb goede contacten met verschillende strijkkwartetten zoals het Daniel kwartet, Het Nederlands strijkkwartet of strijkers uit het Nederlands Philharmonisch Orkest.
Kun je een anekdote te vertellen uit je orkestperiode?
Ik herinner me een voorval met George Pieterson. We speelden de Enescou Rhapsody onder leiding van Jean Fournet en dat begint net als de Rhapsody in Blue van Gershwin met een solo voor klarinet, maar dan op A-klarinet. George Pieterson zette in. Het was een rechtstreekse uitzending voor de radio op zondagmiddag: Ta-Ri-Ti-Ti… op besklarinet! Na de eerste paar tonen kwam George er achter. Fournet stond in de lucht te kijken en dacht: “Klinkt dit wel goed?” George hakte de knoop door, zette zijn bes klarinet resoluut en bepaald niet zachtzinnig in de standaard, pakte zijn A-klarinet en begon opnieuw een halve toon lager. Er ging hilariteit door het orkest en we konden maar net aan spelen terwijl Fournet serieus bleef kijken. Ik vond dat wel een bijzonder moment. Het is precies hetzelfde alsof je de Rhapsody in Blue op A-klarinet speelt. Het begin is dan wel goed maar de aansluiting met het orkest klopt niet, dat kan echt niet. George speelde door alsof hij een plank voor zijn hoofd had, maar ik kon geen fatsoenlijke noot meer spelen. Je snapt niet dat er nog een heleboel mensen in de zaal zo serieus konden blijven kijken, misschien hadden ze niets door.
Zou je dit vak over doen als je weer voor de keuze stand?
Ik had vroeger ook wel een aantal andere beroepen op mijn lijstje staan, maar daar is niets van gekomen. Toch denk ik dat ik er weer voor zou kiezen omdat het een boeiend en beslist geen eenzijdig beroep is. Ik heb veel gezien: met het orkest zijn we drie keer naar Amerika, Japan, Hongkong, Moskou, Sint-Petersburg geweest.
Ben je in de eerste plaats musicus of klarinettist?
Dat vind ik een moeilijke vraag. Op de eerste plaats musicus, maar gelijk erachteraan komend klarinettist. Klarinettist zijn is het specialisme. Musicus is een groter omvattend woord, dat is dus beter gezegd. Ik ben dus musicus in de vorm van een klarinettist, maar daarnaast ook componist, dirigent en organist onder pseudoniem Henry le Comte.
Discografie Niet alle gegevens van de door Henk de Graaf opgenomen cd’s en dvd’s kunnen hier vermeld worden. Daarom hier een selectie. Van de met een sterretje aangegeven cd’s verschijnt binnenkort een dvd.
- Molter Clarinet Concertos
- The Classical Clarinet (oa Poulenc, Debussy, Busser, Stravinsky en Schumann)
- Franse Impressionistische kamermuziek
- Memories Gone By (aria’s voor zang, klarinet en piano)
- Mozart: Serenades en Divertimenti (voor blazers)
- Gradagio (oa Saint-Saens, Rachmaninov, Grieg, Schubert, Tschaikovsky)
- Schumann, Mozart, Bruch* (Romantische Klarinettrio’s)
- Mozart and Beethoven Quintets
- Mozart* (Klarinetconcert in A KV 622 en Symfonia Concertante in Es KV 297b)
- Brahms – Clarinets Sonatas
- The Virtuoso Clarinet* (Von Weber, Crusell, Baermann, Spohr)
- Clarinet Trios* – Beethoven, Brahms, Glinka, Zemlinsky
- Rossini – Sonate a Quatro* (6 kwartetten voor fluit, klarinet, fagot en hoorn)